1929-09-09

EIDA

9 sept.’29

Lieve schatten –

Terwijl een mannetje in de tuin mijn witte linnen schoenen verzoolt, zal ik deze tijd voor jullie benutten. Enig hè, dat ook schoenmakers aan de deur komen. Ik heb “getaward” (geboden = afgedongen) tot 60 cent zolen en hakken. Volgens kokki is dat nog veel te duur. Dan maar volgende keer beter. (Toch niet, ze bedoelde de prijs per stuk!) – Wat heerlijk dat de conferentie zo goed is afgelopen, we juichen hier allemaal, dat belooft weer veel goeds. Ik kan me echt voorstellen hoe enthousiast jullie zijn en dat Vader telkens naar het Binnenhof ging kijken hoe de zaken stonden. Heb je ook genoten van al die mooie eigen auto’s Paatje!!, daarvan kregen we hier nl. speciaal een plaatje. En wat enig dat jullie zo’n pret hadden in Groningen en nu juist vandaag is er weer een heerlijke dag aangebroken, en wel speciaal voor onze Groningse nicht en neef. Ik ben verontwaardigd dat ze het bruidskostuum “uit de mode” vond! Zolang liefde en een huwelijk “in” de mode zijn, kan een bruidskostuum nooit of te nimmer uit zijn! Wij gedenken nog vaak die mooie 16e april dag, hoera!! – Jullie hebt nu al een familietuinfeest achter de rug, waarvan jullie op dit ogenblik ligt uit te slapen. Het zal zeker dol geweest zijn, als tenminste het weer heeft meegewerkt – hier is het vandaag weer het prachtigste zonneweer, in welke zon je niet eens graag wandelt! – Wij hebben deze week alweer veel achter de rug, dinsdag tot donderdag in Buitenzorg. Opeens besloten we echt te gaan, hoewel Hok eerst helemaal geen zin had om alleen voor zo’n bruiloft vrij te vragen, maar ik had enorme zin en dat gaf de [2] doorslag. Alles werd dinsdag besloten, gauw een telegram – antwoord betaald –naar de Pimmen, hetwelk ze pas om 5 uur kregen doordat Pim ’s morgens uit was. Maar tenslotte kwam alles goed. Ze hadden geen andere logés en Pim – hij haalde ons met de “Chrysler” van de trein. Dit is de auto die Meneer Massink voor zijn verblijf van ± 8 maanden hier kocht en nu aan hen overdeed, allerplezierigst hè! – Netteke was een echte schat, ze liep net los, en zwaaide zo enig met haar armpjes, terwijl ze nog geen richting kon houden, Hok kiekte haar zo, moge het gelukt zijn. – De huwelijksplechtigheid van de zoon van Tan Tek Hay (ik geloof geen familie van Tek Bheng) was woensdagmorgen na 10 uur. Dus om op tijd te zijn kwamen we er om precies 10 uur. De bruigom stond keurig in jacquet met oranjebloesem in het knoopsgat, wij spraken even met hem, tot hij weg moest om zijn bruid te halen, zijn moeder ging mee, evenals enige ooms en zusters van bruigom (zonder hoofdletter!), eveneens volgde overal een z.g. voorlichtster die zegt wat de ceremoniën zijn en ze verricht, en die blijkbaar ook het bruidspaar over het huwelijk inlicht! Toppunt, dan maar liever ondervinden, wat jullie! – De vader van de bruigom nodigde ons uit toen zijn zoon weg was, aan tafel om een kopje thee met cake, taartjes, spekkoek, wat je maar wou te gebruiken. Alles zag er even zalig uit (ons ontbijt was om 7.30 uur genuttigd, en daarna hadden we al in de Plantentuin gewandeld, dus ik had best zin). Natuurlijk Chinese thee, zonder suiker en melk, midden op de gedekte tafel stonden 3 grote nogataarten van ± een ½ meter hoog, met kleine poppetjes erin, een bruid en bruidegom, erg leuk. Verder stonden er zeker 6 grote taarten met room en andere zaligheden, hetgeen allemaal cadeaus. Verder nog schotels met kleine taartjes [3] en cakes. Dit was een doorlopend buffet; maar nee: niemand nam iets, at alleen als ze iets kregen, wat niet vaak gebeurde daar de gastheer en zijn broer het druk met converseren hadden en niet telkens iedereen wat konden aanbieden. Ik was zo gelukkig een stuk cake te krijgen, maar toen Hok aan de beurt was, kwam er juist weer een nieuwe gast binnen. Het gevolg was dat de taarten in plaats van gegeten te worden, langzaamaan smolten… in die temperatuur droeg ik mijn blauw zijdje met lange mouwen, mijn zedigste jurk! – Het is een enorm huis; als je binnenkomt een enorme voorgalerij, een vierkante ruimte, nu vol van de prachtigste bloemstukken, dan rechtdoor kwam een soort zijkamer (alles doorlopend, geen deuren) waar de cadeaus waren uitgestald, net als bij ons. Alleen waren er heel weinig cadeaus voor de huishouding, dat vinden ze niet gepast. Meest waren het vulpenhouders + eversharp voor de bruigom: de allerduurste soorten! Want ze letten erg op de hoeveelheid die je geeft, volgens Houw, die dan ook zo’n eversharp als ik Hok gaf op onze ondertrouwdag + zo’n vulpen gegeven heeft, waarover ik verontwaardigd was, daar Houw het niet breed heeft maar die jongen schatrijk is! Ze maken nl. een huwelijksreis naar Europa! – Wel was er een mokka stel van beeldig wit porselein met zilverbeslag, erg mooi; een schrijftafelaankleding van zilver (als vloeier, liniaal e.d.) ook een zilveren thermosfles en presenteerblaadje (of het allemaal echt zilver was?) wel was echt: tafelzilver puntgaaf!!! – En dat nog wel als je met je handen eet! [HOK dat zullen deze jongelui wel niet doen!] Gelukkig heb ik dat van het bruidspaar niet gezien, maar de verpleegster (Holl.) van de grootmoeder vertelde het. Zij en ik waren de enige Hollanders + een meneer uit Soekaboemi, ik weet zijn naam niet meer, ook geen sympathieke man (met ook bedoel ik niets) deed erg superieur [HOK maar met mij sprak hij toch maar liever niet, waarschijnlijk uit vrees zijn superioriteitsgevoel in het gedrang te zien komen], – steeds rechtdoor was een grote [4] zaal met 2 grote tafels voor vrouwen. Op dit terrein kwamen geen mannen, alleen de bruidegom. Dat ging allemaal automatisch, man en vrouw kwamen samen, scheidden zich, zij liep door, hij rechtsaf, opzij van de hal of voorgalerij; hier links van het huis was een speciale tent gebouwd waar onophoudelijk een strijk te spelen zat, meest krontjong muziek (de dames “dankten” blijkbaar voor muziek!!!). In deze tent zaten de heren aan tafeltjes te drinken en te gokken, later ook te eten (‘k had nog nooit zoveel mensen onsmakelijk zien eten; bij ons ben je juist op z’n netst in groot gezelschap!!). Vertel maar deze nare dingen aan niemand, want ze zullen toch maar alles overdreven verder vertellen en mij zielig vinden te midden van mijn nieuwe land(ras)genoten (en dat ben ik toch helemaal niet!). Hok voelde zich er helemaal niet thuis, vond het alleen prettig, net als ik, dat de gastheer onze komst plezierig vond, bovendien vond ik het nog leuk eens zoiets mee te maken. – Al gauw kwam het bruidspaar. Zij kreeg vóór het binnenkomen een theepotje in de hand (ik vermoed: teken van huiselijkheid, niemand wist het! vandaar de voorlichtster!) verder werden er 1 blauwe en 1 rode parasol boven hun hoofd gehouden en toen bloesems over hun gegooid, alles door de voorlichtster!; toen hielden Papa- en Mama-bruigom, een bamboe zeef boven bruidspaar’s hoofd en daaronder lopende geleidde “hij” zijn bruid naar de bruidskamer. Stel u voor: een tweepersoons bed van vergulde stijlen met parelmoer ingelegd, een kanten klamboe, idem slopen. Brede witzijden linten aan alle kanten afhangend, geplooid en gestrikt, een echt pronkbed. Het idee is toch leuk van een bruidsbed (toch is een hotelkamer niet te versmaden, wat jullie – Emma sluit haar oren en ogen!). In deze kamer lagen ook de cadeaus van bruid aan bruigom: beeldige zijden pyjama’s , sokken, sloffen, alles op de beeldigste manier opgemaakt met zijden linten op kussens. Van zakdoeken: vogels gemaakt, zeer fantastisch, [5] verder droeg hij nu op de trouwdag 3 ringen, ieder met 1 kolossale diamant. Nog nooit zag ik zoveel juwelen bij elkaar als die dag, prachtig in de zwarte haarknoeten, aan de kabaja, altijd 3 onder elkaar, soort broches (in de week veiligheidsspelden!); dan om hun hals (de bruid had 5 geweldige diamanten aan een gouden kettinkje) staat toch niet fijn; aan hun vingers, in hun oren. De zaal flonkerde! – Nog nooit ook, voelde ik me zo’n reuzin, als tussen al die kleine vrouwen, ik was daar, net als Mevrouw Patist bij Tante Masje! – Het bruidspaar werd aan een altaartje in de bruidskamer gezet, geen man mocht erbij, de vrouwen stonden op de drempel. Maar wij zagen slechts hun ruggen en weten niet wat er dat half uur is gebeurd. – Houw kwam met de Tante van Tjidjòhò (dat is “de” Tante). Ik ging hen begroeten en vond haar juist met een sirih pruim, half in half uit haar mond te midden van kletsende vrouwen (deze bijzonderheden ook alleen voor jullie). Bij haar woont Houw, het wordt tijd dat hij er uit gaat. Hok doet al pogingen, maar er is niets. - Houw stuurde thee, lekker? Hok en ik wilden ± half 12 weggaan, iedereen zat zich dood te vervelen! Maar de gastheer had op ons gerekend en we zouden Chinees eten krijgen (u eet zeker niet met stokjes zei hij), en liet voor ons met mes en vork dekken. Nog een andere vrouw, bleef bij haar man, en ging niet onder haar soortgenoten: de vrouw van de Chinese consul-generaal uit Sjanghai, wonende te Batavia. Zij sprak alleen Chinees, dus we konden elkaar slechts toeknikken, hij sprak ook Engels en converseerde, ik was net ingesteld op Maleis! Waren jullie, Engelse toeristen, er maar geweest. Met hen aten we ook aan tafel, verder met de Majoor-Chinees, een ellendige opschepper ± 50 jaar, had een lintje, sprak Engels en Hollands. Ook een hoge ome! Daar past een Dr. Ir. toch goed bij?! [6] Er was een alleraardigste jongen van ± 18 jaar, wou alles van Holland weten, was niet van ons af te slaan, hoewel razend verlegen, steeds “ja Mevrouw” (100 x). – We aten rijsttafel met kip en de heerlijkste dingen, verder een specialiteit: gevuld speenvarken – toen zo’n beetje Hollands eten: aardappels + doperwtjes + peentjes + saus. Toen vruchten. Mijn buurman was een vrindje van de consul-generaal, pratende enige Chinese Dialecten + Engels + Hollands, ook Houw en “de” Hollander zaten met ons aan. Toen zijn we weggegaan en genoten de stilte van het grote lege huis van de Pimmen, hier waren we met ons vijven, bij Tan Tek Hay met ons vijfhonderden! – We sluiten kiekjes in, tevens van de slamatan van Hok’s laboratorium. Dat is een eetpartij, voorafgegaan door een ommegang om het gebouw met een geestenbezweerder die zo’n beetje danst, eigenlijk ritmisch gebaren maakt. Achter hem aan dragen ze een karbouwenkop, die voor de ingang begraven wordt, terwijl alles en iedereen gezegend wordt. Na afloop hiervan werd er geworsteld, heel aardig, en door een paar gedanst na elkaar. Bijna alles dames-mijningenieurs waren aanwezig met hun mannen en wij kregen ook karbouwenvlees: sateh (vraag maar aan Mevr. Dommering) en limonade en hopjes. Zo maakten we met velen kennis, hoewel we ook al ± 6 visites afstaken. – 

Vanmiddag komt Hok’s bureau + boekenkast, gauw ook de lampen, dol!! Het eetservies is er helaas nog niet! Dag hoor! Pas op dat je geen gewetenswroeging krijgt als je Anneke’s tandartsenrekening gaat betalen! – Nu we jullie ƒ 100.- zonden, schieten we hun het geld maar niet voor, want we zouden het van de bank moeten halen en daar hebben zij ook het nodige. Breng maar over 2 jaar mee, wat er van ons is, Anneke heeft ook nog genoeg op de bank hoor! Van reiswezen kregen we ƒ 117,- vergoed, leuk hè? En van mijn coupons ƒ 88,-. 

Dag, wat een brief!!! 

Eida

HOK 

[Randje pag. 6]

Over de moord in het Siantarse op Mevr. Landzaat, waarover Vader het had, het volgende: men is daarvoor vooral in Deli in paniekstemming geraakt, de schuld kreeg de regering en wel omdat deze de bevolking ontwikkelt. Daardoor worden immers de Inlanders brutaal! De kranten eveneens aan het schelden op de regering (ze vergiftigen m.i. de publieke opinie). Als reactie tegen de regeringspolitiek werd de Vaderlandse Club op vele plaatsen opgericht. Doel: eens te tonen, dat men niet gediend is van de “slappe” G.G., alsof die echte “Vaderlanders” daarmee de publieke zaak dienen. Gevolg van deze Vaderlandse Club: toespitsing van de verhoudingen Inlander-Hollander. Uit alles blijkt het wantrouwen in eigen regering, het laatste wat de Hollander in Indië doen mag. We zitten aan ons nieuwe bureau.

Details

  • Plaats: Bandoeng, Berlageweg 3
  • Auteur(s): Eida, Hok
  • Pagina's: 6
  • Soort: Brief, gelinieerd papier
More in this category: « 1929-09-08 1929-09-14 »